Ondanks het feit dat Griepalert.nl nauwelijks meldingen van griep ontvangt komt de griep terug! Waar normaal nu de start van het griepseizoen zichtbaar zou zijn is het aantal meldingen op het platform historisch laag. Vorig jaar liepen de meldingen op tot ruim dertigduizend per maand; nu zijn het er slechts drieduizend. Waar is de griep gebleven?
Virussen zijn dood noch levend. Een griepvirus is genetisch materiaal (DNA of RNA) verpakt in een mantel van eiwitten en vetten. Griepvirussen kunnen uitermate goed “bewaard blijven” in een reservoir. Het reservoir kan bijvoorbeeld een vogel zijn die geïnfecteerd raakt en zelf niet ziek wordt van het virus, maar het virus wel met zich meedraagt en vermenigvuldigt. Daardoor is het uitbannen van virussen, zoals het influenzavirus dat griep veroorzaakt, zeer onwaarschijnlijk.
Virussen zijn altijd onder ons, sterker nog, er zijn waarschijnlijk meer soorten virussen dan sterren in het heelal (10^30). We kennen maar 30.000 van de virussen en daarvan maken slechts een relatief klein aantal, namelijk zo’n 150, ons ziek.
Sommige virussen, zoals het influenzavirus (griepvirus), veranderen regelmatig van samenstelling om te proberen ons immuunsysteem te misleiden. Elke griepvariant is net een beetje anders dan de voorgaande waardoor ons immuunsysteem het minder goed herkent.
Daarom is het jaarlijkse griepvaccin een cocktail van drie á vier van de meest recente en veelvoorkomende varianten en wordt deze cocktail constant geactualiseerd.
Alle (Nederlandse) kinderen zijn voor hun zevende levensjaar [1] in aanraking gekomen (geïnfecteerd) met tenminste één van de influenzavirus types en hebben daarmee een (blijvende) immuniteit voor dat specifieke type influenzavirus opgebouwd. Tijdens je leven bouw je zo immuniteit op tegen heel veel verschillende influenzavirusvarianten. Wanneer je ouder wordt neemt je weerstand en daarmee ook de immuniteit tegen influenzavirussen langzaam weer af.
Onze immuniteit is gestoeld op de herinnering aan het virus. Hoe langer het geleden is dat je in aanraking bent geweest met een influenzavirus, hoe kleiner de kans dat je immuunsysteem het meest recente influenzavirus herkent, en hoe groter de kans dat je griep ontwikkelt na besmetting.
Omdat we al ruim een jaar nauwe contacten vermijden, en daarmee ook de blootstelling en verspreiding van o.a. influenzavirus voorkomen, wordt de ‘afstand’ tussen het laatste influenzavirus waar we contact mee hadden en het meest recente influenzavirus groter. Hoe groter de afstand des temeer kans op het ontwikkelen van griep.
Elke nieuwe griepversie reduceert onze immuniteit met 7% ten opzichte van de voorgaande virusversie [2]. Stel je het volgende voor:
“Nederland is als een kasteel dat omringt wordt door een slotgracht van tien meter diep. De slotgracht wordt constant belaagd door buitenstaanders die niet kunnen zwemmen. Als burgers het kasteel, via de brug, binnen komen moeten ze een emmer water in de slotgracht gooien om te zorgen voor voldoende waterpeil.
Het afgelopen jaar door de lockdown is bijna niemand in- en uitgegaan. Daardoor is het waterpeil met 70 centimeter gezakt en zal het aankomend jaar weer met ongeveer 70 centimeter zakken. De indringers hoeven op een gegeven moment niet meer te zwemmen maar kunnen bijna al lopend door de gracht binnen komen.”
Dit weerspiegelt de immuniteit in onze maatschappij tegen bijvoorbeeld het influenzavirus. Er bestaat dus een kans dat er in de aankomende jaren een flinke griepepidemie ontstaat.
Overigens gebeurt dit sowieso eens in de zoveel tijd wanneer er een griepvariant door Nederland waart die sterk verschilt van de voorgaande varianten. De opgebouwde immuniteit is dan niet effectief tegen de veranderingen (mutaties) van griepvirussen in nieuwe varianten. Dit zagen we o.a. terug in het griepseizoenen van 2014/2015 en 2017/2018 die veel heftiger waren dan de seizoenen ervoor.
Volgens het voorspellingsmodel lijkt de griep voorlopig niet aan te wakkeren. Ook op lange termijn signaleert het model geen griepepidemie dit voorjaar. Virussen concurreren onderling en het coronavirus lijkt hierin de overhand te hebben. Tevens is de inbreng van het influenzavirus minimaal door de beperkte reisbewegingen in en uit Nederland.
- Remmelt van Tol
- remmelt@griepalert.nl
[1] R. Bodeweges, et al. Prevalence of Antibodies against Seasonal Influenza A and B Viruses in Children in Netherlands. 2011. CLINICAL AND VACCINE IMMUNOLOGY, Mar. 2011, p. 469–476
[2]Frank Wen, et al. Explaining the geographical origins of seasonal influenza A (H3N2). 2016. Royal Society, Volume 283, issue 1838